Hannah is een verveelde huisvrouw in een rustig Deens plaatsje waar de idylle van weleer plaats heeft gemaakt voor kleinburgerlijkheid en racisme. Omdat haar door zijn werk geobsedeerde echtgenoot maar weinig tijd thuis doorbrengt en haar zoon al bijna volwassen is, besluit Hannah te gaan zingen in het plaatselijke koor. Het kerkkoor lijkt patent te hebben op de meest saaie en ongeïnspireerde uitvoeringen van kerkliederen. Wanneer Jackson, de zwarte leadzanger en predikant van een Amerikaans gospelkoor per toeval in het dorp terechtkomt, wordt hij overgehaald om met het koor te repeteren en om het koor te voorzien van een hoognodige dosis inspiratie. Hannah kan niet ontkennen dat haar enthousiasme, aangezwengeld door Jackson’s charisma, voor de muziek groeit. Kan het koor dan toch nog uitgroeien tot een echt geïnspireerd geheel?